To English version

nieuwsbrief

Klik hier om Nieuwsbrief 4 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 2 te lezen

Klik hier om Nieuwsbrief 1 te lezen

Nieuwsbrief 3: januari - juni 2003

Het nieuwe jaar begon met een reis naar het voormalige Oost-Duitsland. In Leipzig speelde ik mijn Bluesprogramma (met uitsluitend stukken van Duitse en in Duitsland wonende componisten) op 27 januari op de Musikschule "Sebastian Bach". De blues van de Duitse componisten Matthias Drude, Alexander Keuk en Stefan Weiss gingen daar in première. Zij waren zelf aanwezig en voor het concert kon ik hen de stukken nog laten horen (het blijft een voorrecht, als dat kan). Op weg naar het concert passeerde ik nog de kerk, van waaruit in 1989 het verzet tegen de toenmalige DDR regering was begonnen en nu vond daar dichtbij een demonstratie plaats tegen de dreigende oorlog in Irak. Een hele straat was voorzien van waxinelichtjes op de grond. De volgende morgen bezocht ik het graf van Bach en voelde me even getuige van de geschiedenis in de stad waar ook Schumann en Mendelssohn gewoond hebben. In Dresden speelde ik de volgende dag in de ‘Kleine Szene’. Voor mijn vertrek kon ik nog langs de prachtige ‘Brühlsche Terrasse’ lopen, waar de Dresdener skyline met o.a. de Semperopera is te zien. Chemnitz, waar ik tot slot speelde, is een echte voormalige DDR stad. Mijn hotel lag aan de Allee der Nationen. Op het gigantische beeld van Marx naast mijn hotel lag een flink pak sneeuw. Een troosteloze stad, waar ik speelde in de ‘Neue Sächsische Gallerie’ voor een aandachtig publiek.
Kort daarna vertrok ik naar Amerika, waar de dreiging van de onvermijdelijke oorlog tegen Irak voelbaar was. In New York speelde ik het nieuwe stuk van de Israëlische pianiste Anat Fort aan haar voor. Vanachter de vleugel in haar huis in Brooklyn kijk je op Manhattan uit. Zij zag ‘11 september’ vanuit haar huiskamer gebeuren... In Cincinnati speelde ik mijn Bluesprogramma op de Universiteit aldaar. Voor de première van zijn nieuwe Blues ontmoette ik Gao Ping, een boeiende componist, die ook een stuk voor ons ‘6 Continenten Project’ zal schrijven (zie elders op de site). Met hem en componist Joel Hoffman (die ook mijn gastheer was) at ik heerlijk Chinees in een soort grote huiskamer aan een volkomen verlaten, besneeuwd parkeerterrein. In Middletown (Connecticut) trof ik eindelijk Neely Bruce, wiens beide bluesstukken ik al vaak had gespeeld. Hij doceert aan Wesleyan University, waar ik optrad na een koude nacht. Er lag een dik pak sneeuw en het 17de-eeuwse (!), tochtige huis van het echtpaar Bruce ligt heel afgelegen... Nog kouder was het in Buffalo, waar we pas konden landen, nadat de baan sneeuwvrij was gemaakt. Gelukkig en bemoedigend was mijn gastheer daar, componist Chet Mais, al net zo’n Bush-tegenstander als mijn twee vorige gastheren. De oorlog was nog niet uitgebroken toen ik op 12 februari uit Buffalo naar Nederland terugvloog, maar de controles waren al streng genoeg om het ergste te doen vermoeden.
Eind februari had ik twee concerten in de Kunsthal Rotterdam met de Franse sopraan Valerie Guillorit. Aanleiding was een bijzondere Impressionistententoonstelling met veel onbekend werk. We hadden een programma samengesteld met liederen van Fauré, Debussy, Ravel en Satie. In maart heb ik 4 keer een soloprogramma rondom de Impressionisten gespeeld, waarvan één tijdens de Rotterdamse Museumnacht. Het lijkt me nog steeds een goed idee als er regelmatiger concerten rondom exposities worden georganiseerd. Het auditorium van de Kunsthal is daar heel geschikt voor.
Op 25 februari speelde ik mijn Bluesprogramma in de IJsbreker. Loek Dikker, Robert Nasveld en Leo Samama waren aanwezig bij de Nederlandse premières van hun stukken. Uit Parijs resp. Antwerpen waren Kaori Okatani (Japan) en Stéphane VandeGinste overgekomen en er was zelfs een jonge, Mexicaanse componist voor zijn première: Alvaro Herrera. Grote afwezige was voor mij Jan Wolff. Hopelijk is zijn vertrouwde aanwezigheid binnenkort weer een feit.
Op 24 maart speelde ik in Barcelona. In het ‘Centro de Cultura Contemporànea de Barcelona’ werden de complete ‘Canciones y Danzas’ van Federico Mompou afgewisseld met recente bluescomposities onder de titel ‘Mompou and the Blues’. Veel composities van deze Catalaanse componist (zie nieuwsbrief 1) hebben voor mijn gevoel een bluesy ondertoon en ik was benieuwd hoe deze combinatie zou werken. Carmen Bravo, Mompou’s weduwe, had haar vriendin Alicia Delaroccha meegenomen en had mij wijselijk van te voren niets over de aanwezigheid van deze ‘grand old lady’ van de Spaanse pianistiek verteld. Op het programma stonden ook premières van Ricardo Massari Spiritini en Christiaan de Jong, Italiaans resp. Nederlands componist, die zich in Barcelona gevestigd hebben. Christiaan is ook de organisator van deze concertserie, waarin al vele Nederlandse musici zich in Barcelona hebben kunnen laten horen. Ook in Barcelona (wat een waanzinnig mooie en gezellige stad blijft) wordt weer volop tegen de inmiddels uitgebroken oorlog in Irak gedemonstreerd.
Een week later wordt er tijdens mijn Tangoconcert in Enschede op de TU Twente spontaan gedanst op ‘A fuego lento’ (te horen op deze site bij discografie) door een koppel uit de zaal. In Theater Romijn in Leeuwarden combineerde ik Tango's en Blues. Hier vond de première van 'Hitch' van componist Toek Numan plaats. Een recensie van dit concert is te vinden op deze site onder ‘persberichten’. Eind april speelde ik het Tangoprogramma in Middelburg in de Kloveniersdoelen (waar mijn tango-CD ook is opgenomen). Middelburg is voor mij altijd een beetje ‘thuis’: mijn schoonouders wonen er. Helaas zal het wel voor de laatste keer zijn geweest, dat ik in de prachtige Kloveniersdoelen speelde want ‘Nieuwe Muziek Zeeland’ gaat verhuizen naar de Dom in Veere, wat ook een spannende ruimte met veel mogelijkheden is.
In april vonden ook nog 5 voorstellingen van de kindervoorstelling ‘de kleine Ballerina’ plaats in het Concertgebouw, vlakbij huis dus weer eens. Roeland Kerbosch schreef het scenario en regisseerde ons, Valerie Valentine was de ‘grote ballerina’, Niki de Graaf de ‘kleine’, Misha Molthoff, de volwassen violist Misha en Terence Dom de ‘kleine Misha’. Met hen en bassist Marijn van Prooijen bereikten we veel enthousiaste kinderen, een leuke ervaring, die we volgend seizoen in het land nog gaan voortzetten.
Mijn tournee China, begin mei, was met de nodige moeite geheel en al georganiseerd maar moest ik afgelasten in verband met de SARS. Geen Beijing, Nanjing en Chengdu dus... Daardoor kon ik dan weer wel spelen in Leiden voor Kunstenaarssociëteit de Burcht met o.a. de première van 'Rat', een ‘Rapblues’ van Huub de Vriend. Wat zijn concerten met weinig bezoekers (het was een heel warme zondag) toch vaak opvallend gezellig!
Op 18 mei was ik in de Amsterdamse Amstelkerk gast bij het Willem Breuker Kollektief. Ik heb het Kollektief door de jaren heen gevolgd en heb altijd bewondering gehad voor hun energie, hun flexibiliteit en hun gelijkwaardige behandeling van ‘hoge’ en ‘lage’ muziek. Het Concerto Franco-Américain van Jean Wiéner is oorspronkelijk geschreven voor piano en strijkorkest. Het is een geslaagd voorbeeld van een combinatie van jazz en populaire muziek met klassieke elementen. Jaren geleden had ik Willem Beuker al eens gevraagd een arrangement voor piano en blaasorkest te maken en die konden we nu in première brengen. Deze versie is inmiddels op CD gezet en op deze site zal ik de release daarvan te zijner tijd uiteraard aankondigen.
Eind mei vertrok ik naar Tirana, Albanië. Daar vond een Festival Nieuwe Muziek plaats. Componist Aleksander Peçi was een van de organisatoren: hij had mij uitgenodigd en samen met zijn zoon Elvis een Blues voor mij geschreven. De Albanese televisie nam het concert op. Verder gaf ik een lezing voor conservatorium-studenten over mijn Bluesprogramma. Tirana is een heel boeiende stad, prachtig gelegen tussen de bergen. Verschillende culturen lopen er kriskras door elkaar: in het stadsbeeld figureren moskeeën, kerken, hoge flatgebouwen naast bouwvallige lage huisjes, zigeuners, gesluierde vrouwen naast modieus geklede dames, bedelaars, geldwisselaars, straatventers en opvallend veel grote, oude Mercedessen naast boerenkarren. Gelukkig bleken veel mensen Italiaans te spreken, waardoor ik veel te weten gekomen ben over een land, dat voordien voor mij met veel mysterie omgeven was. Op de dag na het concert heeft mijn chauffeur me nog naar zee meegenomen (o.a. naar Dürres, waar in 1997 grote stromen Albanezen per boot naar Italië vluchtten) en hebben we samen in de bergen geluncht, waarna ik een paar uur later alweer in de luxe van het vliegveld van Wenen stond.
In het kader van de 150ste geboortedag van Vincent van Gogh speelde ik op 15 juni een programma met muziek rondom Vincent van Gogh in het Museum Kröller-Müller. In 1998 had ik een soortgelijk programma al eens gespeeld toen mijn CD ‘Pictures at a Van Gogh Exhibition’ verscheen. Op het programma stonden werken van Liszt, Chabrier, Skrjabin, Mompou, Milhaud, Debussy en Satie. Er was ondanks de zonnige zondag een groot gehoor. Eens te meer sterkte dit mij in de gedachte, dat musea broedplaatsen zouden moeten zijn, waar diverse kunstvormen inclusief muziek naast en met elkaar kunnen bestaan. Helaas beschouwen vele musea in Nederland concerten nog voornamelijk als een tijdrovende en kostbare nevenactiviteit, die zij geen vaste plek in het reguliere aanbod willen geven.
Er breekt nu een periode aan zonder concerten, waarin ik nieuwe programma’s kan voorbereiden. Vooral voor het ‘6 Continenten Project’ moet zo veel voorbereid worden (projectsubsidieaanvragen, contacten met zalen en componisten), dat ik soms waarschijnlijk meer uur achter de computer- dan achter de pianotoetsen zal doorbrengen.......